Al voordat een kind op de basisschool start, is hij al bezig met ‘lezen’. Het kind leert dat je een boek leest van links naar rechts, weet dat er verhalen in een boek staan en misschien herkent het kind zelfs al wat letters van zijn/haar naam.
Vaak maken kinderen in groep 2 al de eerste stappen in het leesproces. Ze leren rijmen, versjes maken en oefenen met de klank en vorm van letters (beginnende geletterdheid). Ook wordt er gewerkt en geoefend met het hakken en plakken van woorden en misschien al het lezen van korte woordjes.
In groep 3 start vervolgens het aanvankelijk leesonderwijs, waarbij het technisch leesproces wordt uitgediept. Kinderen leren alle letters en leren hoe woorden gelezen moeten worden: ze leren de techniek van het lezen.
Technisch lezen is niet hetzelfde als begrijpen wat je leest. Dat is de volgende stap. Als het ontcijferen van woorden niet meer zoveel moeite kost, is er ruimte om de inhoud van wat er staat te verwerken (begrijpend lezen). Hierbij speelt woordenschat een belangrijke rol.
Om een goede lezer te worden, is het belangrijk dat het leesproces geautomatiseerd wordt door herhalen, herhalen en nog eens herhalen.
Aan kinderen bij wie de beginnende geletterdheid moeizaam verloopt, kan logopedische ondersteuning geboden worden.